|
|
|
|
f 2150
Wij Ut supra
Schepenen in Amsterdam, oirkonden en kennen, dat voor ons gecom-
pareerd is Catharina Willems,
weduwe en Eenige Universeele
geinstitueerde Erfgename van wijlen Jan Leerhoff met
wien zij gemeensboedels is getrouwd geweest volgende in
testament op den 13 november 1750 voor Fredrik Boese, Nols:
en Roer?? getuijgen binnen deeze stadt gepasseert hebbende
hij Jan Roer?? bij twee distincte ordinaris quijtscheldingen
sub dates 3 december 1743 en 17 Januarij 1744 den eigendarin
bekomen tot de helfte in het nagemelde huijs en erve.
Weezende zij comparante, ten dezer geadsisteert met Gerrit Col-
derman, als haare gekozen voogd in deezen, Barend van Bellekom
Adam van Velden en dezelve Gerrit Colderman haare vieren
deelen zoo men die naast konde gekrijgen. Ende zij compa-
rante gebiede in dier voegen/ met haare gemelde voogds hand
bij weeten en consent van den Rade deezer Stede, en goed
dunken van haare vierendeelen voornoemd/ verhoogt opge-
dragen en quijtgescholden te hebben, aan Anthonij
van Oostrom, de helfte in een Huijs en Erve staande
ende gelegen op de Cingel, het derde huijs benoorden het
hoekhuijs van de LijnbaanSteeg. En dat met zodanige
belendenen streckingen heerschende en leidende servi-
tuten vrij onvrijheden en gemeenschappen als het
voorschreve Perceel is hebbende, en de oude brieven van op-
dracht daarvan zijnde komen meede te brengen waar-
aan ten deeze was gerefereerd. Voorts in allen schijn het
voorschreve perceel aldaar gelegen is, bekend, belend
en betimmerd staat. Ende sij comparante bekende
daar van al voldaan en wel betaald te weesen, den
laatsten penning met de Eersten, Zoo dat zij daar omme
beloofde onder verband van alle haare goederen, roerende
onroerende presente en Toekomende het voorschreven
getransporteerde te vrijen en vrijtewaren, Jaarendag
als men ingelijken schuldig is te doen en alle oude
brieven af te nemen sonder arg of List in oirkonde
S den 27 october 1763.
|