Kwijtschelding 117 338 (is 305) (3 december 1743)

  970 C
2000 Last
2970

Wij Jan Clifford en Willem Huijghens
scheepenen in Amsterdam oirkonden en kennen dat voor
ons gecompareert is Jan de Rijger, Zoon en Eenige Erfgenaam
abintestato van Grietje Portois, in huwelijk verwekt bij
Jacobus de Rijger, welke Grietje Portois voor een derde
Part Erfgenaam is geweest van haar suster Jannetje
Portois
Ingevolge haar Testamente van dato 2 November
1713
. Voor den Notaris Willem de Nijs en sekere getuijgen
alhier verleeden hebbende de gesijde Grietje en Jannetje
Portois bij ordinaris quijtschelding sub dato den
Sevenden september seventien hondert en seventien
den Eijgendom bekomen tot het nagemelde huys en Erve.
Waartoe de gedaghte Jan de Rijger uyt hoofde als
boven voor twee derde Parten Gereghtight geworden is,
en waarvan aan hem Jan de Rijger, bij twee destincte
ordinaris quijtscheldingen bijde van dato 21 Meij
1738
het overige een derde Part is getransporteert, ende
hij comparant geleede in dier voegen op den 11 November
1743
in Publique Veijlinge verkogt en als nu opge-
dragen en quijtgescholden te hebben aan Anthony
van Oostrum, Jan Leerhoff, Willem van Velden,
en Floris van Oostrum, te Saamen
een huijs en Erve
staande en geleegen op de Cingel het derde huijs be-
noorden het hoekhuys van de LijnbaanSteegh,
teegenwoordigh bij een Mr Paruykemaeker bewoont
wordende, en dat met alsulke belendingen, streck-
kingen Vrij en onvrijheden, heerschende en lijdenden
servituten als het zelve is hebbende, in de oude
brieven meede brengen, of soo als bij Vertimmeringh
of anders bevonden sal werden, sullende mitsdien
de Coopers sigh in alles moeten Reguleeren, nae de
keuze deeser steede, en nda de Conditie waaop de
Erven aldaar geleegen Van Stadtsweegen uitgegeeven,
en verkogt zijn, ende hij Comparant bekende daarvan
al Voldaan en wel betaalt te weesen - de Laesten
penning met de Eersten, soo dat hij daar omme
beloofden onder verband van alle sijne goederen
roerende onroerende, Presente en toekomend het
voorige huys en Erve te zullen Vrijen en Vrijwaaren
Jaar en dag, als men in gelijken schuldigh is te doen
en all oude brieven afteneemen Uijtgesondert
twee scheepenen kennisse bij de door Jan de Rijger
en deszelfs huysvrouw Petronelle van Santbrink
ten behoeve van Maria Overbeek, Wed van Willem Beugel,
binnen deese stadt, gepasseert, als een op
en 21 Mey 1738 At SSSSS fo 33 v:so Groot in
capitaal Sestien hondert guldens, lopende teegens
den Intrest van drie en een half per Cente ? Jaars
en de andere in date 30 augustus 1740 Geregistreert
VVVVV fo 25 ter Capitale Somma van Vier
Hondert guldens, loopende teegens den Interest
van Vier Percent int Jaar; welke twee scheepenen
kennissen die in de aanstaande maand mey
kunnen afgelost worden; de Coopers meede Compar-
erende Verklaarden voortaan ten hunnen lasten
te neemen; en de Verkooper daarvan te ontheffen
onder verband van hunnen Persoonen, en goederen
als na Reghten Sonder arg of List in oirkonde
deese brieve bezegelt met onse Zegelen den
3 December 1743.

naar huis