|
|
|
f 800
Wij Salomon Dedel en Gerret Hooft Danielsz. Schepenen in
Amsterdam
oirkonden en kennen, dat voor ons gecomparareert is Anna Portois wed:w volgens
Testament op den 21 juni 1724, voor M. Casper Ypelaar, Notaris , en
zeker getuygen
alhier verleeden, erfgenaame van Jan
Breedveld, mitsgaders vermogens de
getuygen mede hier ter steede gepasseert, voor een derde part
Erfgenaame van haar
suster Jannetje Portois,
dewelke bij ord. Quijtscheldinge van dato 7
septemb: 1717
den eygendom becomen heeft tot de helt in't nagemelte perceel; zijnde
zij Comp:e
geassisteert met Jan Vos, als haar gekoren voogd in deeze, Aldert
Bentveld, ??
van der Horst, en de zelve Jan os, haare vierendeelen, zo men die naast
konde gekrijgen.
Ende geliede met haar gemelte voogds hand, bij weten en consetn van den
Raade
dezer Stede, en goeddunken van haar vierendeelen voornoemd, vekocht, --
opgedragen en quytgeschonden te hebben, aan Jan de Reyger, kleermaker, een
sesde part in een huys en erve, staande en leggende opd e Cingel her
derde huys
benoorden de Lijnbaansteeg. Belend van ouds, Cornelis Willemsz Smit aan
de
Zuydzijde, en Paulus van der Voort aan de noordzijde, streckende voor
van de
straat tot achteraan Herman Caspersz ten wederzijden en achter met
gemeene
muuren en gooten; en dit alles ingevolg van de oude ord. quytscheldinge
van
dato 23 may 1659, houdende ten behoeve
van Frans Jacobsz, witwerker, waar
toe allezints in deezen ook wordt gerefereert. Ende zij Comparante
geliede
daarvan al voldaan en wel betaald te zijn, den laatsten penning met den
eersten, zodat zij daaromme beloofde ( onder verband van alle haare
goederen,
roerende &) het voorn. sesde part in t gemelde huijs en erve te
vrijen en vrij te
waaren, Jaar en dag als men in gelijke schuldig is te doen, en alle
oude brieven
afteneemen. Sonder arg of list in oirkonde & den 21 may 1738.
|