Oprichtingsakte van de Stichting voor Hoger Onderwijs in de Toegepaste Wiskunde

OPRICHTING STICHTING

Heden de zeventiende Maart negentienhonderd acht en veertig verschenen voor mij, Doctor Meester KAREL LODEWIJK PICCARDT, notaris ter standplaats Amsterdam:
  1. De heer Professor Doctor JOHANNES GUALTHERUS VAN DER CORPUT, hoogleraar, wonende te Amsterdam, Gabriël Metsustraat 22, en
  2. De heer Professor Doctor JACOB CLAY, hoogleraar, wonende te Amsterdam, Henri Polaklaan 13a, ten deze volgens zijn verklaring handelende:
    1. voor zich, en
    2. als lasthebber van de Heer Professor Doctor JAN ARNOLDUS SCHOUTEN, oud-hoogleraar, wonende te Epe, Wissel A 126 IX, van welke lastgeving blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, welke na vooraf door de comparant-lasthebber in tegenwoordigheid van mij, notaris, en de getuigen voor echt erkend en ten blijke daarvan door allen getekend te zijn aan deze akte is vastgehecht.
De comparanten, voor zich en in gemelde hoedanigheid, verklaarden, onder afzondering van een bedrag van eenhonderd gulden, als aanvangskapitaal, een stichting in het leven te roepen, welke zal worden beheerst door de volgende bepalingen:

NAAM, ZETEL en DOEL.

Artikel 1.
De stichting is genaamd STICHTING VOOR HOGER ONDERWIJS IN DE TOEGEPASTE WISKUNDE, en is gevestigd te Amsterdam.

Artikel 2.
Zij stelt zich ten doel het vestigen aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en eventueel aan andere Nederlandse universiteiten van een leerstoel voor hoger onderwijs in de toegepaste wiskunde, het benoemen van hoogleraren in deze wetenschap en het bezoldigen der door haar benoemde hoogleraren, zomede als hetgeen hiermede in de ruimste zin in verband staat.

GELDMIDDELEN.

Artikel 3.
De geldmiddelen der stichting bestaan behalve uit het voormelde stichtingskapitaal uit hetgeen zij door schenkingen, makingen, subsidies, jaarlijkse bijdragen of op andere wettige wijze zal verkrijgen.

BESTUUR.

Artikel 4.
De stichting wordt naar buiten in alle opzichten, zo in als buiten rechte, vertegen-woordigd door een bestuur, bestaande uit ten minste drie leden. Het bestuur is bevoegd tot het nemen van alle besluiten en verrichten van alle handelingen, welke niet in strijd zijn met de bepalingen dezer oprichtingsakte. Tot uitvoering van genomen besluiten is de voorzitter (of de vice-voorzitter) tezamen met een ander bestuurslid alleen bevoegd, terwijl beider handtekeningen in elk geval voor de stichting verbindend zullen zijn. Het bestuur verdeelt onderling zijn functies, en kan aan een uit zijn midden te benoemen Dagelijks Bestuur een bepaalde macht delegeren.

Artikel 5.
De penningmeester is bevoegd tot het innen van de jaarlijkse bijdragen en verdere normale ontvangposten en het doen van lopende uitgaven. Voor al hetgeen het niet tot de gewone gang van zaken behoort behoeft hij de medewerking van een ander bestuurslid. Met uitzondering van een door het Bestuur vast te stellen bedrag, dat als kasgeld kan worden aangehouden, zullen de activa der stichting op zodanige wijze worden belegd of gedeponeerd, dat daarover slechts door de penningmeesters tezamen met een ander bestuurslid kan worden beschikt.

Artikel 6.
Het bestuur kan zich te allen tijde met een of meer leden aanvullen. Het voorziet in vacatures doch kan deze ook onvervuld laten, wanneer het bestuur uit ten minste drie leden bestaat. Het bestuur kan zijn leden te allen tijde schorsen of ontslaan, wanneer deze in hun taak ernstig zijn tekort geschoten of ook wanneer het belang van de stichting zulks onverwijld vordert.

Artikel 7.
Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee andere bestuursleden dit verlangen. De bestuursleden worden daartoe ten minste drie dagen van tevoren opgeroepen, behoudens afwijkingen om bijzondere redenen ter beoordeling van de voorzitter. De vergaderingen worden gehouden in Amsterdam. Alle besluiten worden genomen met meerderheid der uitgebrachte stemmen. De wijze van stemmen wordt door de voorzitter bepaald. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht verworpen te zijn. Verkrijgt bij stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid van stemmen, dan vindt herstemming plaats tussen de twee personen die het hoogt aantal stemmen op zich verenigden. Staken de stemmen dan weer dan beslist het lot. Van het verhandelde in de bestuursvergaderingen worden notulen gehouden, die in een register worden ingeschreven en na goedkeuring door voorzitter en secretaris worden ondertekend.

CURATORIA van LEERSTOELEN.

Artikel 8.
Voor elke leerstoel, welke door de stichting in het leven wordt geroepen, zal door het Bestuur een Curatorium worden benoemd, bestaande uit drie personen van wie slechts één tevens bestuurslid mag zijn. Een curatorium voor een leerstoel zal toezicht houden op al hetgeen daarop betrekking heeft, en kan terzake een reglement vaststellen, dat de goedkeuring van het Bestuur der stichting behoeft. Het Curatorium brengt adviezen uit aan het Bestuur der stichting, wanneer zulks door het bestuur wordt gevraagd of wanneer het zelf daartoe reden ziet.

Artikel 9.
Het Curatorium kan onderling zijn functies verdelen. In vacatures in het Curatorium wordt door het Bestuur voorzien. Het bestuur der stichting kan de leden van een curatorium te allen tijde schorsen of ontslaan, wanneer zij in hun taak ernstig zijn te kort geschoten, of ook wanneer het belang van de stichting zulks onverwijld vordert. Op de vergaderingen van curatoren is artikel 7 mutatis mutandis van toepassing, met dien verstande echter dat de vergaderingen worden gehouden ter plaatse waar de leerstoel is gevestigd.

LEEROPDRACHTEN.

Artikel 10.
Alle besluiten betreffende benoeming en ontslag van hoogleraren, of anderszins in verband staande met vanwege de stichting verstrekte leeropdrachten, alsook die betreffende opheffing ener leerstoel, worden door het bestuur der stichting genomen, echter niet dan nadat het betrokken Curatorium vooraf in de gelegenheid is gesteld daarover advies uit te brengen.

WIJZIGINGEN, OPHEFFING der STICHTING

Artikel 11.
Besluiten tot afwijking of wijzigingen der stichtingsakte kunnen slechts worden genomen, wanneer daartoe in het belang van de doelstelling der stichting zelve noodzaak bestaat. Een besluit tot opheffing der stichting is slechts mogelijk, wanneer de taak der stichting niet meer zinvol of uitvoerbaar zou blijken te zijn. Een besluit tot opheffing moet tevens inhouden, tot welk aanverwant doel het kapitaal der stichting zal worden bestemd. Besluiten als in dit artikel bedoeld zijn slecht geldig, wanneer alle bestuursleden, die in staat zijn hun wil te uiten, zich daarvóór hebben verklaard. Tenslotte verklaarden de comparanten, dat het bestuur der stichting aanvankelijk zal bestaan uit de beide comparanten in deze en de Heer Professor Doctor W.J.D. van Dijck, hoogleraar, wonende te ’s-Gravenhage, en dat de oprichtingskosten ten laste van de stichting komen. De comparanten zijn mij, notaris, bekend.

WAARVAN AKTE, in minuut opgemaakt, is verleden te Amsterdam, ten tijde als in het hoofd dezer staat vermeld, in tegenwoordigheid van de Heren Johannes Wilhelmus Tel, kantoorbediende, wondende te Edam en Bernard Hendrikus Blom, kantoorbediende, wonende te Amsterdam, als aan mij notaris, bekende getuigen. Onmiddellijk na voorlezing is deze akte door comparanten, de getuigen en mij, notaris, ondertekend.

Valid HTML 4.01! Page maintained by
Last modified: