|
|
|
|
f 5400 Contant
Wij Zacharias Henric Alewijn en Gerbrand Pancras Clifford
Schepenen
in Amsterdam oirkonden en kennen dat voor ons gecompareert
is Gerrit Van Veen, wonende alhier, in qualiteijt als volgend
dese in dato 8 November 1774. Voor Pieter de Wilde notaris en
Zekere getuijgen alhier gepasseerd ons schepenen vertoond ten
dezen specialijk gevolmagtigt van Cornelia
Van Vilsteren, weduwe
in gemeenboedels getrouwt mitsgaders vermogens de mutueele
testamente in dato 21 october 1763 voor de notaris Philippus Roos
en getuijgen alhier verleeden, onder conditie van opvoedingen en
uitzetting, mitsgaders in cas van het huwelijk te doene bewijs
van hunne tezamen verwekte kind, of kinderen, universeele
erfgename van Anthonij van Oostrum,
welke Anthonij van
Oostrum tot het nagen. perceel is geregtigt geworden bij
drie distincte ordinaris quijtscheldingen als bij quijtschel-
ding sub dato 3 December 1743
tot een vierde part bij gelijke
quijtschelding de dato 17
Januarij 1744[doorhaling] mede
tot een vierde part en laaastelijk bij quijtschelding sub dato
27 october 1763 tot de
helft, en dus tezamen tot t geheelen
perceel: Representeerdende bij Comparant de Constituantes
gekoomen voogd in desen, en wesende wij ? harentwegen
geadsisteert met Hendrik Elders en Hendrik Bartel benevens de
Comparant hare vierendeelen, zo men ze daar konde gekrijgen.
En de geliede hij Comparant in de name der constituante verkogt
en als met derzelven gemelde voogdhand bij weten en content
van den Raden deser stede en goeddunken van haare vierendeelen
voorn:d opgedragen en quijtgeschouden te hebben aan Jaspert
Smelt een Huis en Erve op de Cingel bij de Lijnbaans Steeg.
En dat met zodanige belendenen, strekkingen, heerschende
en lijdende servituten, gemeenschappen vrij en onvrijheeden
als 't zelve perceel is hebbende, en in de oude brieven van
opdragt of andere bescheijden daar van zijnde komen mede
te brengen waar aan te dezen word gerefereert. Ende
geliede hij Comparant in de name der Constituante hier
af al voldaan en wel betaalt te weten den laatsten penning
met den eersten, zo dat hij daaromme invoege voor beloofde onder
verband van alle des Constituantes [nagelatene] goederen,
roerende
onroerende presente en toekomende het voorn: getranspor-
teerde te zullen vrijen en vrijwaaren, Jaar en dag als men
in gelijken schuldig is te doen, en alle oude brieven afteneemen
zonder arg of list; In oirkonde dezen brieve bezegelt
met onze zegelen den 16 november 1774
|