|
|
|
|
f 2900
Wij Gelbert Pater(?) en Corn: der Vlaminge ??
schepenen in Amsterdam oirkonden en kennen dat
voor ons gecomp:t is W:m Jansz
Cuijper, en
geliede opgedragen quijtgeschh:n te
hebben P:r Halbos tweederde p:ten
van
een huijs en erve staende op de Londsche Kaey
belent Corn:s W:ms Smit a/d zuytzijde en
Stijntge Theuns (?) wd:w van Thijs Jansz a/d noordzijde
zulks voor van de straet tot agteraan
Herman Caspers ten wederzijds agter met
gemeene muyren, ??? etc. Zij
Comp:n etc. Soo ?? daaromme ???
Simon Claesz ?? & ?? Simons
?? comparerend als borgen
beloofden (onder 't verband van alle hunne goederen
roerende ?? 't etc huijs & erve te vrijen en vrijtewaren
jaer en dag als men gelijke is te zullen doen
& alle oude brieven aftenemen??
beloofde & sonder arg & ??
29: Maij 1648.
|