Stennis om Kennis

Sander Bais


    Kennisboertjes en boerinnetjes opgelet! U moet leren begrijpen dat kennis zoiets is als mest: `met mate goed voor het land, maar in overmaat een ramp voor ons milieu.' We zitten hier met een lelijk kennisoverschot. Jullie weledelzeergeleerde betweters hebben onze beschaving met een immens reservoir van vrij toegankelijke kennis opgescheept. Een reservoir waaruit de gehele mensheid - ook onze aziatische vrienden - onbeperkt kunnen putten. Kosten: zilch! Kennis is onschuldig, zegt u? Een culturele erfenis van formaat? Een onuitputtelijke bron van technologische vernieuwing? Hoho, Kaalslag van de Ziel zult u bedoelen, Geestverontreiniging en Technologische Overlast! Het nageslacht zit er mooi mee, want die kennis raak je nooit meer kwijt. Die breekt niet af en er zitten stukken bij met een halfwaardetijd van eeuwen, dat is het probleem! Het is gewoon niet voldoende om jullie `Harvard kwaliteit tegen Timboektoe prijzen' via een transferpunt in de derde geldstroom te lozen. Nee, wat we nodig hebben is het Ei van Columnus: een nieuwe studierichting `Kennisverdelging', met bijbehorende epsilon-delta propedeuse, dat speelt in op de maatschappelijke behoefte en voor je 't weet zit er een numerus clausus op!

    Wijlen Immanuel Kant, heeft dit allemaal zien aankomen. Reeds in 1763 ging hij, in een geschrift over de `Verkeerde Spitsvondigheid', te keer tegen de nodeloze hersengymnastiek van geleerden:


      `De wetenswaardigheden hopen zich tegenwoordig op. Het zal niet lang meer duren of onze capaciteit en tijd van leven is ontoereikend om alleen al de nuttigste dingen er uit te halen. Er zijn rijkdommen in overvloed; om deze tot ons te nemen, moeten we behoorlijk wat overbodige rommel wegwerpen. Het ware beter geweest, onszelf daar nooit mee op te schepen.'


    Kennelijk wisten we in 1763 al te veel!

    Daar komt nog bij dat Dr Beckers, voormalig directeur van Shell Research en voorzitter van de OCV (Overleg Commissie Verkenningen), een gewichtige club die de minister adviseert in zake het toekomstbeleid voor Nederlandse Onderzoek, in de krant bekend gemaakt heeft dat fundamentele kennis ook economisch gezien `van nul en generlei waarde is'. Je wordt er zo gezegd geen cent wijzer van. In a Shellnut komt het hier op neer: Niks geen `Triomf der Techniek' of `We invent for you', geen kapsones alsjeblieft, gewoon `Let's make things better' en daarmee uit. `Interen op bestaande kennis' is de industriële pendant van werkcollege: succes verzekerd. En als je wilt aantonen dat Vapona Strips niet slecht zijn voor de gezondheid, doe je dat voortaan niet meer m.b.v. chemische analyse, maar gewoon door een medewerker zo'n strip te laten verschalken voor de TV, alsof het een plak jongbelegen kaas betreft. Een R&D investering van 800 miljoen in een chemische doofpot voor een hyperactief wasmiddel, dat doe je ook maar één keer. Dat befaamde TNO shirtje dat na één keer wassen reeds tot op de draad versleten was, ligt Unimaag nog steeds zwaar op de lever. Daarna was het devies: `Doe de wetenschap de deur uit!' Hulde aan de uitvinder van het theelichtje! Geen wonder dat de Yuppies, die de wereld van nu runnen, liever een `aziatische tijger' in hun garage hebben staan , dan een geleerde in hun keuken. Kennis is onmacht! Emil Ratelband lenigt hun geestelijke noden wel, en leert hen bovendien over water te lopen... Daar waar Newton, die bepaald niet gebukt ging onder een minderwaardigheidscomplex, nog beweerde dat hij de schouders van Reuzen nodig had om op te staan, schijnt Bill Gates, met een salaris van enige Nobelprijzen per maand, te kunnen volstaan met de fragiele schouders van een stel begaafde beurspromovendi.

    Wetenschap is niet zo populair en wetenschappers evenmin. Aan de Universiteit van Amsterdam was in 1994 het totaal aantal studenten in alle natuurwetenschappen 2000, slechts 7.4% van de in totaal 27.000. Medicijnen was goed voor een andere 7%. Psychologie alleen had 1840 en Politieke, Culturele en Sociale Wetenschappen maar liefst 4860 studenten! Kortom, altijd nog meer theologen dan sterrekundigen aan de UvA! Nog steeds geen `Afscheid van Domineesland', de status van `low-tech alfaland' lijkt Neerlands lot en roeping. Landelijk staat het percentage studenten in de natuurwetenschappen op een beschamende 3%, tegen een 10.4 % in België, een 12% in Engeland, een 12.8% in Duitsland en een 14,3% in Frankrijk. U ziet, de natuurwetenschappen zijn - niet intentioneel, maar wel feitelijk - gemarginaliseerd. Zelfs aan de universiteiten is de verbeelding nog immer aan de macht, en delft nuchtere `feitologie' het onderspit tegen academische luchtfietserij.

    Heeft het avontuur van de grensverleggende wetenschap zijn aantrekkingskracht verloren? Of is het probleem dat Intelligentie als visite kaartje heeft afgedaan. Van die ordinaire `ik ben slimmer dan jij' intelligentie. Eerst leek Artificiële Intelligentie het imago over te nemen, maar tegenwoordig zit je pas in de maatschappelijke lift als het goed zit met je Emotionele Intelligentie. Dat is een ongrijpbare grootheid die niet eenduidig gedefinieerd kan worden, die niet goed meetbaar is en bovendien verandert in de tijd. Maar die, en daar draait het om, wel de sleutel tot succes en levensgeluk is. Als ik het goed begrepen heb, is je Emotionele Intelligentiequotient (EQ) zoiets als je grootste gemene deler met de `happy few'. Het gaat hier natuurlijk om een groots opgezette inhaalslag van de zittenblijvers. Hoe dan ook, men heeft mij verzekerd dat een hoog IQ een gerede handicap is in de omgang met hoge EQ's vooral als het gaat om de Ecu's.

    Inderdaad, in de hogere echelons van de overheid en bedrijfsleven zijn de bèta's zeldzaam geworden en tot een soort bedreigde diersoort uitgeroepen, zodat we straks voor ons lijfsbehoud nog bij Prins Bernard moeten aankloppen. Bijvoorbeeld, van de 150 leden van de tweede kamer der Staten Generaal, zijn er weliswaar 87 academisch gevormd (bravo), maar hiervan hebben er slechts 7 een technisch/natuurwetenschappelijk graad. Af en toe worden wetenschappers wel nog op het matje geroepen om als wereldvreemde experts tekst en uitleg te geven over zin en onzin van bijvoorbeeld het broeikas effect, luchtvervuiling of chemische castratie, waarna een welbespraakt bestuurlijk conglomeraat van juristen, economen, sociologen en politicologen overgaat tot de orde van de dag. Zo blijft er emplooi voor wetenschappers met zendingsdrang, als blinde-geleidehond voor helderziende politici.

    Neem een voorbeeld aan de oude Leibnitz, die integreerde er aardig op los: tegen het eind van zijn leven was hij adviseur van keizer Karel VI in Wenen en geheim raadsheer van Tsaar Peter I en van de Pruisische koning, tevens keurvorst van Hannover. Voorts was hij rector van de Koninklijke-Pruisische Academie van wetenschappen, en lid van de Academie Francaise en de Royal Society en tenslotte bibliothecaris in Hannover en Wolfenbüttel. Hij verdiende meer dan de bestbetaalde ministers, niet slecht voor iemand die differentiaalrekening uitvond.




F.A. Bais