Back to homepage


Hypothese, mei 2001


De biologisering van de wetenschap


Sander Bais
Instituut voor Theoretische Fysica
Universiteit van Amsterdam


    Feynman werd gevraagd wat hij het belangrijkste produkt van menselijk vernuft vond, hij zei toen :"Het inzicht dat alles gemaakt is van atomen". Deze woorden schoten mij te binnen toen ik onlangs in een druipende regen op een binnenplaats van het oude Cavendish Labaratorium in Cambridge met enig ontzag naar het miezerig noodgebouwtje stond te staren waar Crick en Watson in 1953 de structuur van DNA ontrafelden. Het begin van de niet te stuiten opmars van het moleculaire denken in de levenswetenschappen, die nu zulke verstrekkende gevolgen heeft voor hoe wij met leven, gezondheid en moordenaars omgaan. De tamelijk zachte biowetenschap kreeg er bij die gelegenheid een bikkelharde dimensie bij. De nieuw verworven inzichten in deze complexe ("levende") materie genereerden zoals altijd ook zelf weer de instrumenten om die materie mee te manipuleren, waardoor de toepassingen van dit moleculaire denken dichterbij bleken te zijn dan menigeen had vermoed. In 1976 richtten Herbert Boyer, een biochemicus van UCSF en venture capitalist Robert Swanson in San Francisco het bedrijf Genentech op, om als eerste commerciële toepassingen van recombinant DNA technieken op de markt te brengen. Skepsis van bedrijfsleven en academia heeft niet mogen verhinderen dat de aandelen sinds de beursgang in 1980 vijfentwintig keer zoveel waard geworden zijn. En - dit terzijde - een proces aangespannen door UCSF over de schending van een UC patent dat samenhing met het groeihormoon product Protopin, leverde die universiteit een schikking op, waarbij Genentech de universiteit 150 miljoen dollar zou doneren plus een 50 millioen dollar bijdrage voor een nieuw research labaratorium. Inmiddels zijn er honderden biotechnologische bedrijven; ik weet helaas niet of er veel universiteiten in geslaagd zijn om het lucratieve voorbeeld van UCSF na te volgen.

    Deze spectaculaire biogeschiedenis is vergelijkbaar met hoe het inzicht in de quantumstructuur van de materie een nieuw fundamenteel kader schiep voor de scheikunde, die daarna ook een volstrekt eigen, explosief groeiproces zou doormaken. Vergelijkbaar ook, met hoe onze kennis van de structuur en de eigenschappen van de vaste stof, met name halfgeleiders, leidde tot de realisatie van de immense schaalverkleining van geïntegreerde logische schakelingen met als gevolg de enorme schaalvergroting van onze capaciteit om informatie te verwerken. Wat het hart van menig wetenschapper sneller doet kloppen is dat onschuldige kennis steeds weer de bakermat blijkt voor technologische revoluties die heel diep ingrijpen in de manier waarop wij leven. Deze omwentelingen zijn de grote drijfveer voor sociale verandering en emancipatie en in wezen de opbrengst van de lange termijn investeringen die de westerse maatschappij als geheel in het verleden in de natuurwetenschappen heeft gedaan. Het is jammer dat de huidige biosuccessen in bepaalde kringen nogal dwangmatig worden gekoppeld aan de neergang van de natuurkunde. Alsof het een gegeven is dat het totale potentieel aan goed wetenschappelijk onderzoek altijd constant is en zeker niet kan toenemen, de Zalmnorm als natuurwet. Eerder een wonderlijke verminking van de tweede hoofdwet. Raadselachtige retoriek heeft het dat met het einde van de koude oorlog ook de natuurkunde kalt gestellt is. Nu is het wel zo dat ondanks al die stomme bommen de fysici het energieprobleem niet hebben opgelost (hoewel op de lange termijn daar zeker het laatste woord nog niet over is gezegd), maar Artificiële Intelligentie heeft de menselijke variant ervan toch ook niet overbodig gemaakt en de bio-industrie zal het verschijnsel ziekte ook niet van de aardbodem wegvagen. Alleen gekken geloven in dat soort sales talk. Nu lonkt er een troostprijs voor de fysica als ``enabling science''. Een kwalificatie die uitdrukt dat elke moderne operatiekamer of biologische labaratoriumruimte zo volgestouwd is met geavanceerde technologie, dat men zich zowaar op het NatLab van Philips waant. Het ganse repertoire van o zo vernuftig analytisch en diagnostisch gereedschap is vooral het product van een kleine eeuw toegepaste fysica en chemie. Waar zouden we nu zijn zonder electronenmicroscoop, diffractie-apparatuur, massaspectrometers, PET- of MRI-scanners en laserinstrumentarium? Ik denk dat fysici en chemici zich niet ten onrechte nauw betrokken voelen bij de ontwikkelingen die nu plaats vinden in de levenswetenschappen, en dat niet alleen als onderhoudsmonteurs maar ook als innovatieve sparring partners, intellectuele venture capitalists zo je wilt. Ik ervaar het als meer dan een troost dat het moleculaire denken - bij uitstek produkt van het fysisch/chemisch gedachtengoed - een ware zegetocht door de levenswetenschappen maakt. De stichting FOM/NWO gaat volgens haar nieuwe beleidsplannen terecht haar inspanningen op het raakvlak van fysica en levenswetenschappen intensiveren. Gezonde synergie, dat behelst vast meer dan de stuiptrekking van een door jaloezie verteerde, op z'n pik getrapte fysica, ik verwacht dat de fysici er met hun bio- en chemiemakkers iets boeiends van zullen bakken en zich niet slechts als slippendragers van de heersende biocultuur zullen opwerpen.

    Ondanks het feit dat wetenschap en technologie een steeds overheersendere rol in alle facetten van ons bestaan spelen, heeft de wetenschap zelf toch weer slecht geboerd in de afgelopen miljardendans rond de paarse pausen Kok en Zalm die duidelijk geen boodschap hebben aan wetenschap. Juist omdat de inspanningen van de industrie op het gebied van fundamenteel onderzoek het afgelopen decennia drastisch zijn afgenomen ligt daar nu een extra verantwoordelijkheid voor de overheid. Nu blijkt echter dat ondanks de Gigameevallers het totale wetenschapsbudget nauwelijks is verhoogd, en dreigt er een situatie te ontstaan waarbij wetenschappers elkaar te lijf moeten gaan in door beleidsmakers strak geregisserde strafexpedities. Lang leve de zero sum game. In een samenleving als de onze zouden investeringen in fundamentele wetenschap en veeleisende exacte opleidingen gelijke tred moeten houden met de opbrengsten die datzelfde onderzoek van 50 jaar geleden, nu oplevert. Nieuwe kennis en mensen die daarmee om kunnen gaan, zijn immers de beste verzekering die een samenleving voor de toekomst op de lange termijn kan afsluiten. Een gepaste toename van middelen om de harde bètawetenschappen in Nederland aan te moedigen en ruimhartig te faciliteren, op alle niveaus van de educatieve ladder en bij publieke instellingen van onderzoek, is nodig om een nog verdere verschraling van ons wetenschappelijk potentieel te voorkomen.

    Moleculaire biologie is een fantastisch vak, als ik mijn zoon er over hoor vertellen loopt het water mij door de mond. Een vak dat door zijn directe invloed op de "condition humaine" terecht de publieke opinie in haar greep houdt en inmiddels uitgegroeid is tot een onmisbare ingrediënt van elke zichzelf respecterende talkshow, van Discovery Channel tot de Evangelische Omroep aan toe. Maar er is gelukkig meer dan levende materie, en niet zo'n beetje ook, het overgrote deel van de materie in ons heelal is immers ``donker'', d.w.z. onzichtbaar en daar begrijpen we nog echt helemaal niets van. Maar een hoogtepunt blijft dat even uitzinnige als kwetsbare moment waarop in een bouwkeet op het Cavendish de grote deur geopend werd. Max Perutz beschreef ``zijn'' moment als volgt:

    ``Discovering the structure (of haemoglobin) was wonderful. You must imagine the time when proteins were black boxes. Nobody knew what they looked like. There I was, having worked on this vital problem for twenty-two years trying to find out what this molecule looked like, and eventually to discover how it worked. When the result emerged from the computer one night and we suddenly saw it, it was like reaching the top of a difficult mountain after a hard climb and falling in love at the same time. It was an incredible feeling to see the molecule for the first time and to realise that my work had not be in vain: because at many stages during those long years I feared that I was wasting my life on a problem that would never be solved.''

    (Max Perutz in ``Cambridge Minds'', R. Mason ed., Cambridge Un. Press, Cambridge (1994))


F.A. Bais