Veiligheid


[oeps!]
De chemische vlammenwerper. Klik op de foto voor een Duits lesje over Sicherheit.
Foto: Rüdiger Blume (Universiteit Bielefeld)

Twee studentes aan een lerarenopleiding handvaardigheid besloten om in hun vrije tijd een EHBO-cursus te volgen. Zij vonden het onverantwoord om leerlingen met beitels en zagen te laten werken als ze bij een ongeluk geen hulp zouden kunnen bieden.
Het zou veiliger zijn om helemaal geen beitels en zagen te gebruiken (en geen hamers, nijptangen, soldeerbouten, blikscharen...) , maar het is duidelijk dat er dan weinig overblijft van de handenarbeid.

Bij het onderwijs in de natuurwetenschappen is het practicum in de afgelopen jaren een steeds grotere rol gaan spelen. Meer en meer worden de demonstratieproeven vervangen door leerlingenproeven. Daardoor wordt de veiligheid een steeds belangrijker thema.

Arbowet

Sinds 1990 wordt de veiligheid op school geregeld door de arbeidsomstandighedenwet (arbowet). Veel meer dan vroeger het geval was, geeft de arbowet geen kant-en-klare voorschriften (als je die volgt is alles in orde), maar worden de betrokkenen zelf verantwoordelijk gemaakt voor de veiligheid. Dat betekent dat je bij alle activiteiten de risico’s moet overwegen, en maatregelen moet treffen om die risico’s zo klein mogelijk te maken. In de praktijk betekent dat dat de school een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet opstellen.

Er bestaan maar weinig expliciete verboden. Zo is het bijvoorbeeld verboden om bloed te prikken (bloedgroepbepaling), kwik in een open vat te gebruiken (buis van Torricelli), of benzeen te gebruiken (gefractioneerde destillatie van een benzeen - cyclohexaanmengsel).

Voor de scholen gaven de oude regels zekerheid hoe met de veiligheid om te gaan. De interpretatie van die regels werd door de arbeidsinspectie gepubliceerd in P-bladen. Zo bestond er een P-blad P171-1 waarin nauwkeurig werd aangegeven hoe het lokaal moest worden ingericht. Met de invoering van de arbowet moest de school (en jij als docent) zelf kunnen beargumenteren waarom het lokaal op een bepaalde manier is ingericht.

Docenten werden via hun vakbladen geïnformeerd over de arbowet. In NVOX (gericht op eerstegraads docenten) verschenen een paar artikelen, in Impuls (dat gericht was op tweedegraads docenten) verscheen regelmatig een artikel en stond in vrijwel elk nummer een paar afleveringen van de rubriek “Arbo-vragen”.

Een commissie van de NVON stelde het zeer informatieve boekje “Arbo bij natuurwetenschappen in het voortgezet onderwijs” samen. In maart 2001 werd dat aan alle NVON-leden toegestuurd.

Inmiddels (2020) is er een praktijk ontstaan waarin werkgevers en werknemers afspraken maken over veiligheid en dat in een zogenaamde arbocatalogus vastleggen. Er hoeft dan niet per bedrijf (school) of werkplek apart iets geregeld te worden, maar per bedrijfssector. Voor het VO bestaat er een Arbocatalogus-VO. Daar kan je bijvoorbeeld lezen welke afspraken er zijn gemaakt en welke norm de Arbeidsinspectie hanteert met betrekking tot het scheikundelokaal, de hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen of het practicumlokaal.

Tegenwoordig onderhoudt de NVON een mooie website: Veilig Practicum

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Als je leerlingen practicum laat doen, gaan zij om met potentieel gevaarlijke chemicaliën. De bekende Chemiekaarten geven een overzicht van de gevaren en de te treffen maatregelen. Zij hebben echter als nadeel dat ze in de eerste plaats bedoeld zijn voor gebruik in de industrie, en de aanwijzingen betrekking hebben op de in de industrie gebruikte hoeveelheden. Het overschenken van een beetje benzine is niet te vergelijken met het overpompen van hectoliters benzine (waarbij je moet oppassen voor statische elektriciteit). Er bestaat een op het gebruik in de school aangepaste lijst: Veilig practicum. Daarin wordt een advies gegeven wie met welke chemicaliën mag omgaan, hoe groot de voorraad op school zou mogen zijn, en hoe je moet omgaan met onverhoopte ongelukken en gemorste chemicaliën.


Het Parool van 9 juni 2009 berichtte over een vergeten potje picrinezuur
En het blijft telkens in het nieuws opduiken, zoals op maandag, 28 september 2009.

Als het practicum op microschaal wordt uitgevoerd zijn de risico’s nog verder teruggedrongen. Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim (1493-1541), bekender onder de wat kortere naam Paracelsus, zei al in de vijftiende eeuw dat niet de giftigheid maar de dosis bepalend is voor het gevaar van een stof (“Sola dosis facit venenum”). Het werken op microschaal is alleen al door de kleinere hoeveelheden chemicaliën veiliger dan het werken op macroschaal. Hierdoor is het mogelijk om proeven die tot nu toe alleen als demonstratie werden getoond zelf uit te voeren. Ook is het mogelijk om met stoffen te werken die de leraar vroeger niet aan de leerlingen zou geven: een dobbelsteen natrium in de wasbak is goed voor een keiharde knal, terwijl een speldenknop natrium hooguit een sisser geeft. Bovendien wordt de hoeveelheid afval sterk gereduceerd.

Toch betekent het werken op microschaal niet dat je zorgeloos of zelfs nonchalant aan de slag kunt gaan. Een speldenknop natrium geeft misschien in de wasbak een onschuldige sisser, maar richt heel wat meer schade aan als ’ie in je oog terecht komt. Ook op microschaal blijft het dus uitkijken geblazen.

Verder lezen

Dit literatuurlijstje is absoluut niet uitputtend!

Arbeidsinspectie (1988) Vaklokalen en theorievaklokalen: scheikunde. P 171-1 download pdf (124 kB pdf-file)
Budding, F., J.P. Robijn, R. Supèr & H.R. Veurink (1993) Brochure veiligheid, NVON (Bijlage bij NVON-maandblad februari 1993).
Cornelisse, M. (1998) TOA-tips: ongevallenregistratie, Impuls, 5 (juni), 14-15.
Cornelisse, M. & A. Öçak (1999) Hoofddoeken en brandgevaarlijke kleding in de practicumles, Impuls, 6 (april), 23-24.
Cornelisse, M.C.A.M. & A.C.I.W. Cornelisse (1999) Arbowet: gezondverstand, maar wel verplicht gebruiken, NVOX, 24, 99-102.
Donk, L., W.H. van den Dool, G. Hensbergen, S. Lipman, C. Prop-van den Berg, A.P. Soldaat, A. Tiller & A.B.J. Vroling (2001) Arbo bij natuurwetenschappen in het voortgezet onderwijs, Meppel: NVON.
Eijkenaar, R. (1999) NVON en ARBO, NVOX, 24, 292-294.
Kramers-Pals, H. & M. Vogelezang (2002) Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van leerling- en demonstratieproeven, NVOX, 27, 83-86.
Stout, G. (2001) Arbo in het onderwijs: bron van zorg, NVOX, 26, 238-239.
Vos, W., de (red.)(1993) Veilig practicum, veiligheidskaarten voor het practicum in het voortgezet onderwijs, Utrecht: Vakgroep Chemiedidactiek Universiteit Utrecht, Leidschendam: VNCI.

Links

Een evenmin uitputtend overzicht!

Arbocatalogus-VO op de website: www.arbocatalogus-vo.nl
Veilig Practicum op de website: veiligpracticum.nl.



Bijgewerkt op donderdag, 9 juli 2020.